Sunday, January 6, 2008

Commercieel of authentiek?

De eerste keer dat ik gitaarles volgde, vroeg mijn leraar me: "Hoe zou jij muziek definiëren?" Ik wou een goede indruk maken en antwoordde heel ‘geleerd’: "Muziek is een aaneenschakeling van noten, tonen, die voor ons aangenaam klinkt." Daarop zei mijn leraar: "Je hebt gelijk hoor maar je beschrijft het allemaal te theoretisch. Het antwoord dat ik horen wou, is dat muziek de vertolking van emoties is."

Muziek is steeds een manier geweest voor mensen om op een artistieke manier hun allerdiepste gevoelens uit te drukken. Gevoelens worden onder woorden gebracht, en het deel dat niet in woorden kan vertolkt worden, wordt omgetoverd tot klanken. Dat is al zo sinds het begin van de muziekgeschiedenis. Precies daarom zijn genres zoals de blues ontstaan: Afrikaanse slaven drukten hun vrijheid –of net het ontbreken ervan- uit in hun muziek. Ze spraken onderling af dat een heel gewoon woord gebruikt zou worden als scheldwoord. Dat woord werd dan verwerkt in hun liederen en zo beledigden ze stiekem hun bazen en leiders zonder dat die het ooit konden doorhebben.

Niemand kan weten welk gevoel de artiest oorspronkelijk kwijt wou in zijn muziek, maar elke luisteraar kan wel zijn eigen interpretatie geven. Vaak zullen meerdere mensen ongeveer hetzelfde gevoel ondervinden bij het beluisteren van een muziekstuk, ze zullen er kracht of troost uit putten. Daarom is muziek zo belangrijk in bijvoorbeeld de strijd voor de mensenrechten. De muziek verbindt mensen.

Er bestaan geen echte regels om muziek te maken. Je hebt natuurlijk wel de klassieke manier om de instrumenten te bespelen, en instrumenten die beter samen passen dan andere, maar daar tegenover staan alle denkbare alternatieve genres. Zo proberen artiesten zich uit te drukken door geluid anders te gebruiken en zo verschillende gevoelens teweeg te brengen bij het publiek. Dat klinkt heel abstract, maar bands zoals Sonic Youth passen het zeker toe. Ze negeren wat als normaal wordt beschouwd en maken muziek met anders gestemde gitaren, die ze bespelen met schroevendraaiers of drumstokken. Ook creëren ze regelmatig feedback of ‘storing’ door gitaren tegen versterkers aan te duwen. Ondanks dat alles slagen ze erin hiervan een beluisterbaar geheel te maken. Hun genre wordt dan ook niet zomaar omschreven als noise.

Op die manier omschreven lijkt het artiestenbestaan een paradijs, waarin zij zich helemaal kunnen laten gaan en hun diepste redenen van het bestaan kunnen uitdrukken. Maar dat is niet zo, integendeel zelfs. Om als artiest te kunnen overleven, moet hun muziek verspreid worden. De meest voor de hand liggende manier om dat te doen, is door samen te werken met grote platenmaatschappijen. De vier grootste labels zijn EMI, Warner Music Group, Sony BMG en Universal Music Group. Die vier bezitten ongeveer 70% van de muziekindustrie over de hele wereld. Ze verdienen aan de muziek meer dan de muzikant zelf, en beperken daarbij ook de vrijheid van de muzikant: ze bewerken de teksten, de muziek, de titel en de cd-hoes naar de door hun gestelde commerciële waarden zodat het geheel beter zou verkopen. De muziek wordt soms totaal veranderd: een rustig, jazzy nummer wordt omgevormd tot een heuse Ultratop 50-hit. Andere keren wordt er slechts hier en daar iets kleins aangepast, zodat de tekst gemakkelijker mee te zingen is, en aldus langer blijft hangen.

Maar wordt hierbij niet de artistieke vrijheid van de muzikant afgenomen? En, als we er van uitgaan dat muziek emotie is, wordt dan ook niet zijn emotionele vrijheid ingeperkt? Door iemand anders dan de artiest zelf aan de authentieke muziek te laten sleutelen, wordt de bedoeling van de muziek veranderd. Wat niet wil zeggen dat de artiesten hun muziek niet kunnen bespreken met andere mensen die ook verstand hebben van muziek. Dat kan zelfs heel nuttig zijn: ze kunnen er raad en tips uithalen om hun muziek inderdaad te verbeteren. Ze moeten echter de vrijheid behouden om enkel die veranderingen door te voeren die zij zelf nodig en passend achten.

Gelukkig zijn er nog andere manieren om hun muziek tot bij het publiek te brengen en daarbij aan die monsterlabels te ontsnappen. Er zijn verschillende onafhankelijke platenmaatschappijen, die op een eerlijke manier goede muziek proberen te produceren. Ze zijn volledig onafhankelijk, dus het zijn ook geen dochtermaatschappijen zijn van de grote labels. De muziek die zij produceren wordt gekwalificeerd als indie (afkomstig van het engelse independent). Rond deze term is er wel enige discussie bij de muziekliefhebbers. Sommigen hanteren hem voor muziek geproduceerd door deze onafhankelijke labels, anderen voor alle muziek die als niet mainstream bestempeld wordt.

Verscheidene artiesten brengen -vooral in het begin van hun carrière- albums op zichzelf uit. Ze creëren ‘eigen labels’ en doorlopen zelf het hele productieproces. Dat kan, maar het is moeilijk. Wat meestal gebeurt, is dat een grotere platenmaatschappij een self-released album te horen krijgt, en dan het label overneemt. De zelf uitgegeven albums blijven vaak minder gekend dan de later uitgegeven albums. Een voordeel hierbij is zeker en vast dat de artiest eisen kan stellen aan de maatschappij die zijn muziek wil overnemen. Zo kan hij eisen dat zijn muziek onveranderd moet blijven. Maar wanneer ze geen succes kennen, maken ze verlies aan de productie. Toch is het zo dat artiesten nu vaker dan vroeger het risico nemen.

Nog een andere manier om hun muziek bij het grote publiek te verspreiden, is via het internet. Die wijze is jong en nog niet echt goed gekend. Een logische vraag die artiesten en maatschappijen afschrikt is: ‘Als de muziek verspreid wordt via het internet, verdienen we toch geen geld?’
De meeste bands die zo groot geworden zijn, hadden helemaal niet de bedoeling om bekend te worden. Het was een groepje vrienden, dat samen muziek maakte. Ze besloten om enkele van hun nummers, concerten en video’s online te plaatsen. Dat kan gratis via websites zoals myspace, last.fm, radioblogclub, youtube of googlevideo. Er luisterden meer mensen naar dan ze zelf ooit hadden durven dromen. Meer nog, ze laten op de website in de daarvoor voorziene ruimte berichten achter waarin ze de muziek ophemelen, en vragen of de band geen cd heeft. Stilletjes aan gaat de bal aan het rollen en kunnen ze veilig een album op eigen houtje uitgeven.

Er zijn natuurlijk ook enkele artiesten, zoals Clap Your Hands Say Yeah, die wel dromen van een carrière als muzikant, maar ook besluiten hun muziek via het internet te verspreiden. Ze doen dat dan op dezelfde manier als hierboven, met het verschil dat ze hun muziek zelf over verschillende sites promoten en aanprijzen.

Een feit is dat de muziekliefhebber gemiddeld sneller een album koopt dat zelf uitgegeven is, dan een album uitgegeven door een groot label. Men gaat er van uit, dat de labels toch geld genoeg hebben, en dat van dat geld dat ze betalen heel weinig bij de artiest zelf terechtkomt. Ze kunnen dus evengoed het album -illegaal?- downloaden. Maar ze weten dat hun geliefde artiesten, die zelf alles doen en financieren, niet aan een tweede album kunnen beginnen zolang het eerste niet heeft opgebracht. Dus, als ze willen dat hun idool meer muziek uitbrengt, moeten ze wel helpen! Die albums zijn daarbij vaak goedkoper dan de cd’s uitgegeven door platenmaatschappijen.

Om op die manier roem te vergaren moet je naast talent ook geduld hebben en vooral blijven volharden. Het is nu eenmaal moeilijker om zo ontdekt te worden, dan door op de grote maatschappijen te rekenen. De vraag die elke artiest zichzelf moet stellen is wat hij of zij belangrijker vindt: roem op een manier waarbij hij een stukje van zijn authenticiteit verliest of steeds zichzelf blijven maar misschien nooit ontdekt worden.

No comments: