Sunday, June 15, 2008

Een boek dat geurt naar meer.

Lezen, een van de heerlijkheden die het leven ons biedt. Alhoewel lezen vandaag de dag niet meer hip is -een boek lezen is zoveel vermoeiender dan een film te bekijken- hou ik er van mij te laten opslorpen door een verhaal. Te ontsnappen aan de realiteit en te vluchten in het geluk, het verdriet en de gebeurtenissen, kortom het levensverhaal, van een ander. Bladzijden versmelten zich tot een leven, woorden tot een verhaal, letters tot emoties. Gevoelens van een ander worden de mijne en zijn leven lijkt plotseling het belangrijkste in mijn leven. Ik kan het verhaal niet van me afzetten en er gaat geen vrij moment voorbij zonder dat ik naar het boek waarin dit betoverend mysterie zich bevindt, grijp.

Wanneer ik aan het lezen ben, hoor, zie en denk ik niets anders meer. Ik leer bij over relaties tussen mensen en over hoe om te gaan met bepaalde situaties; want waarover een boek ook gaat, er zijn steeds elementen die kunnen toegepast worden op het eigen leven. Op die manier leer ik van alles bij over het ‘mens zijn’ en leer zo een beter persoon te worden.

Als kind hield ik, net zoals de meeste kinderen dat doen, van de verhalen die mijn papa voor het slapen gaan voorlas. Ik keek uit naar lange autoritten omdat mijn mama dan verhalen verzon. De hoofdpersonages van deze verhalen waren prinsessen, ridders en helden die enorm veel van mijn broer, mijn zus of van mij weg hadden. Zo hadden ze bijvoorbeeld hetzelfde lievelingseten of dezelfde kleur ogen. Later vertelde ze me stukken van bestaande verhalen. Ik kende op die manier meerdere avonturen van Don Quichot en Sanchopanza. Aan haar heb ik mijn echte voorliefde voor literatuur te danken. Mijn papa neemt ook regelmatig een boek ter hand maar mijn mama stimuleerde mij om op creatieve wijze de horizonten van mijn fantasie af te tasten en op die manier zelf verhalen te verzinnen. Ze leerde mij dat ik die kon verrijken door zelf veel te lezen en zo te ontdekken hoe een goed verhaal in elkaar zit.

Mijn eerste eigen positieve leeservaring was ‘Heidi’, dit zijn kinderboekjes soortgelijk aan het meer gekende ‘Tini’. Dit vat meteen ook zo wat mijn hele leesgedrag samen. Ik hou er onbewust van boeken te lezen die net een tikkeltje anders zijn dan de boeken die de meeste leeftijdsgenoten gelezen hebben of om hen voor te wezen. Ik doe dit natuurlijk niet opzettelijk en kijk ook niet neer op mensen die minder gelezen hebben of niet graag lezen maar stiekem glunder ik binnenin een beetje wanneer we het in de klas hebben over een auteur die ik reeds kende of waarvan ik reeds een boek gelezen heb. Nu wil ik geen foutieve indruk geven: een literatuursnob ben ik helemaal niet. Ik heb ook alle Harry Potter verhalen met plezier uitgelezen en kan enorm opgaan in onnozele boeken.

Heidi opende een pad voor me dat ik bewandelde met plezier. Ik las zoveel als ik kon. Alle boeken die ik thuis vond of kon ontlenen in de klasbibliotheek bezorgden mij een reis naar een ongekende wereld die ik met plezier maakte. Boeken die mijn jeugdige leeservaringen gekleurd hebben, waren ‘een rare oom’ van Nico Hiltrop en ‘ganzenborden bij oma’ van Marriëtte Aerts. Twee boeken die ik kreeg van mijn opa. Beiden mogen ze mijn favoriete kinderboeken heten. Ze gaan over jong zijn en over een fantastische wereld waarin alles mogelijk is. Maar ook ‘opapaddenstoelenpap’ van Karel Verleyen tekende mijn leeservaring. Dit was namelijk het eerste boek waarvan ik mij kan herinneren dat ik het niet volledig heb uitgelezen. Achteraf had ik hier zoveel spijt van dat ik mij voorgenomen heb nooit meer een boek

Later, in de laatste leerjaren en het begin van het middelbaar, las ik graag boeken zoals ‘Geen meiden aan boord’ en ‘Barbe wil geen rapier’ van Johan Ballegeer en ‘Voorbij de regenboog’ van Paul Kustermans. Boeken die het verhaal vertellen van sterke meisjes.

Ik werd ouder en leerde de wereld te ontdekken. Ik heb nooit helemaal niet gelezen maar toch zwakte mijn regelmaat af. De liefde bleef maar ik moest mijn aandacht over meer zaken verspreidden. Ik las vooral in de vakanties en natuurlijk ook wanneer het moest voor school. In tegenstelling tot veel vrienden van me, die hier steeds een negatieve houding tegenover hadden, genoot ik van deze ‘opgelegde boeken’. Het waren boeken waarvan ik wist dat iemand die meer gelezen had ze had uitgekozen en goed gevonden.

Ik creëerde mijn eigen leesgewoontes. Ik kan nu nog steeds het best lezen wanneer het stil is in huis. Niemand die me stoort of lastigvalt. Wanneer ik een boek moet lezen voor school dan simuleer ik die stilte. Dan doe ik bijvoorbeeld de gordijnen dicht en steek ik mijn nachtlampje aan en leg ik me in mijn bed. Rustige muziek fleurt enkel de eerste tien minuten op want eenmaal ik in het verhaal verzonken ben, merk ik haar niet meer op. Toch helpt ze me om in de huid van de personages te kruipen.

Op zwoele zomerdagen lees ik dan weer het allerliefst in het raamkozijn gezeten, op die manier genietend van een warme droge windvlaag en van het geluid van de natuur.

Een andere, iets irritantere, gewoonte van me is dat ik, wanneer ik een boek aan het uitkiezen ben in de bibliotheek of in een boekenhandel, steeds de eerste en de laatste zin lees. Als deze mij bevallen dan is de kans groot dat ik dat boek lees.

Voordat ik een boek lees, ruik ik er stiekem even aan. De boeken die het beste ruiken zijn de boeken die lang bij mijn opa op zolder hebben gestaan. Mijn Latijnse woordenboek heb ik daar gehaald en ik vind het alleen omwille van de geur een heel plezier om er in te bladeren.

Nu ben ik terug uit dat literatuurdipje van de laatste jaren. Ik lees gemiddeld één tot twee boeken per maand. In de vakanties zijn dat er iets meer, gedurende de examens dan weer iets minder. Het genre maakt me niet zoveel uit. Dat mag variëren van absurd tot serieus, van rauw realisme tot pure fantasie zolang het verhaal er achter maar de moeite is. Ik ontdek relatief gemakkelijk iets dat ik leuk vind in een boek en zal dus ook niet gauw zeggen dat ik iets niet graag gelezen heb.

Het laatste jaar heb ik vooral veel van Cyriel Buysse gelezen. Zijn schrijfstijl intrigeert me. Zijn overtuiging dat het lot bepaald is en dat je, hoe hard je ook probeert, daar niets aan kan veranderen, zit op zo een wonderlijke manier in zijn teksten verweven. Ik denk dat ik al de verhalen die ik gelezen heb binnen enkele jaren nog eens ga moeten herlezen om de echte betekenis te snappen.

Nu ben ik bezig aan ‘reis rond de wereld in tachtig dagen’ van Jules Verne. De episodische stijl van het boek, dat hij oorspronkelijk als verhaal in een krant publiceerde, bevalt me wel.

Ik hoop steeds de tijd te kunnen blijven vrijmaken om te lezen. Literatuur bezorgt mij ontspanning, plezier, verdriet, en nog zoveel meer onbeschrijfelijke gevoelens. Het vervult een plaatsje dat ik me niet leeg kan inbeelden.

1 comment:

tisia said...

u latijns woordenboek ruikt inderdaad zeer lekker monica!
ik heb er ook stiekem aan geroken tijdens examen ongeziene tekst :)
kzal hem btw morgen meepakken

verder zeer goeie tekst, en zelfs zonder de hele uitleg lijk je geen literatuursnob hoor, zoals je me reeds voordien verteld/gevraagd had

xxx